Na het donkerste moment van haar leven en de razende storm van emoties die nacht, zou straks toch de zon weer opkomen en een nieuwe dag beginnen.
Maar in haar hart voelden de pijn en het verdriet nog als een inktzwarte nacht waar geen einde aan leek te komen. Ze had Hem, die ze zo innig lief had, moeten laten gaan nadat ze had moeten toezien hoe Hij letterlijk door een hel ging.
Ergens had ze altijd geweten dat er een moment zou komen dat ze Hem volledig zou moeten loslaten. Maar waarom dit verschrikkelijke onrecht en deze pijn waarbij ze niet meer dan een machteloze toeschouwer leek te kunnen zijn?
Opnieuw loodzwaar was het, de gang naar het graf waar Hij lag deze morgen te moeten maken. Buiten was het stil, maar binnen in haar dreunde de herinnering als een mokerslag na. Het was nog donker en opnieuw sneed het verdriet om het verraad, de valse aanklacht, de smaad en mensonterende folteringen als een zwaard door haar ziel. Hoe was het in Gods naam mogelijk dat degenen die voor deze wreedheden verantwoordelijk waren vandaag gewoon door konden gaan met hun leven?
En toen zag ze het…….de zware steen lag niet meer voor het graf. Het leek even of hij op dat moment verpletterend over haar verdriet werd heen gerold en ze kon bijna niet meer ademen. Het graf was leeg! Dit laatste wat ze nog kon doen, wat ze nog had, werd dit haar nu ook nog afgenomen? Wanneer stopte het lijden dan eens een keer?
Verblind door verdriet is ze terug gerend naar Petrus en Johannes. Dit was bijna niet te geloven en de mannen konden het ook niet geloven totdat zij het zelf gezien hadden. En zijzelf, ze was later ook nog eens naar het graf teruggekeerd. Er waren twee mannen in witte kleren geweest die haar nota bene vroegen waarom ze huilde…..Haar Dierbare was haar afgenomen en nu hadden ze Hem hier ook nog eens weg gehaald. Hoe was het in Gods naam mogelijk?
In tranen heeft ze zich omgedraaid. En weer staat daar een Man die ze niet herkent. Waarschijnlijk de tuinman, en ook Hij vraagt waarom ze huilt. Snappen ze haar verdriet dan niet? En ze vraagt of hij Degene die ze liefheeft soms heeft weggehaald uit het graf. Ze smeekt bijna, laat het zo zijn, vertel het me, dan zal ik Hem meenemen…..Laat er iets zijn dat ik doen kan….Och, kon ze nog maar een keer Zijn stem horen….
” Maria,” klinkt het dan….en in één allesomvattend moment vervagen de “waaroms ” over zoveel lijden terwijl voor haar zich de openbaring van het “waartoe” ontvouwt. Over waarom het in Gods naam, in de naam van Jezus, mogelijk is weer verder te kunnen gaan. Op te staan uit het dal van verdriet en het Leven weer te voelen stromen.
Een golf van liefde en vertroosting spoelt over haar heen en met alle liefde die in haar is roept ze uit: ” Meester!” Langzaam wordt het weer licht.
Dit is het verhaal van Maria in Johannes 20. Vandaag schrijf ik er over omdat ik denk dat velen zich zullen herkennen in het verdriet om het lijden ,van een dierbare of jouzelf, de pijn van verlies, onrecht en misschien wel valse aanklacht. De vragen waarom. Wanneer je dit stuk leest, hoop ik dat je ook troost zult ervaren. Het lijden van nu heeft niet het laatste woord. Jezus overwon de dood ook voor jou. Hij roept jou bij je naam en wil het Licht in jouw leven zijn.
“De duisternis licht op door U, de duivel is door u verslagen. Dood waar is je macht, waar is je prikkel gebleven? Jezus leeft en ik zal leven!